Makkelijker Zwanger Worden Met Een Onregelmatige Cyclus

De fases van de menstruatiecyclus

De menstruatiecyclus bestaat uit twee fases. De eerste fase begint op de dag van je menstruatie en loopt tot aan de eisprong. De tweede fase begint met je eisprong en loopt weer tot de eerste dag van je nieuwe menstruatie. Allebei de fases duren gemiddeld veertien dagen.

De folliculaire fase

De eerste fase van je cyclus wordt ook wel de folliculaire fase genoemd. Er groeien en rijpen dan eiblaasjes, ofwel follikels, in je eierstokken. De follikel bestaat uit de eicel en de omringende cellagen die de eicel van voeding voorzien. Er rijpen ongeveer twintig follikels in je eierstokken. De groei van de follikels wordt weer in gang gezet door het follikelstimulerend hormoon FSH. Deze follikels maken oestrogeen aan. Dit is het vrouwelijke geslachtshormoon. Dit hormoon zorgt ervoor dat de baarmoeder zich voorbereidt op een eventuele innesteling van de eicel. Er wordt dan een extra stevige slijmlaag gevormd in de wand van de baarmoeder.

Als de follikels groot genoeg zijn dan maakt je lichaam minder van het FSH aan en sterft het grootste deel van de follikels af. Eén follikel blijft dan doorgroeien. Rond de tiende of elfde dag van je cyclus geeft de follikel extra veel oestrogeen af waardoor je hypofyse het luteïniserend hormoon produceert. Er is dan sprake van een LH-piek en de eisprong komt op gang.

De luteale fase

De tweede fase van je menstruatiecyclus loopt van de eisprong tot je menstruatie. De fase begint bij de eisprong. De follikel heeft de eicel uitgestoten en maakt grote hoeveelheden van het hormoon progesteron aan. Dit hormoon zorgt ervoor dat het baarmoederslijmvlies dik genoeg wordt, zodat de eicel zich goed kan nestelen. Verder houdt progesteron de rijping van nieuwe follikels tegen en zorgt het ervoor dat je lichaamstemperatuur een halve graad stijgt. Als de eicel niet wordt bevrucht dan sterft deze af. Een deel van het baarmoederslijmvlies wordt afgebroken. Dit is wat je verliest tijdens je menstruatie. De lengte van de menstruatiecyclus ligt tussen de 23 en 35 dagen. Gemiddeld duurt de cyclus 28 dagen. Bij de meeste vrouwen duurt de menstruatie drie tot zeven dagen.

Onregelmatige cyclus

Bij vrouwen met een regelmatige cyclus lukt het vaak al niet meteen om zwanger te worden; het is dus niet zo vreemd dat het nog moeilijker is om snel zwanger te worden als je een onregelmatige cyclus hebt. Het is natuurlijk niet onmogelijk. Als je een onregelmatige cyclus hebt dan kun je een naderende eisprong aan een aantal symptomen herkennen, zoals:

• Een verandering van het vaginale slijm
• Een verhoogd libido
• Ovulatiepijn
• Een stijgende lichaamstemperatuur
• Een verandering aan de baarmoedermond

Door goed op deze symptomen te letten, weet je of je vruchtbaar bent.

Een verandering van het vaginale slijm

Gedurende je cyclus verandert het vaginale slijm voortdurend. Aan de structuur van dit slijm kun je goed herkennen of je vruchtbaar bent of niet. Net na je menstruatie heb je weinig slijmverlies en de dagen voor je eisprong verlies je weer wat meer slijm. Als er een eisprong nadert dan ziet het vaginale slijm er anders uit. Het lijkt op vloeibaar eiwit en is draderig. Daarnaast voelt je vagina ook wat natter aan. Na je eisprong verandert de structuur van het slijm weer. Het ziet er dan wat geliger uit en voelt wat kleverig aan. Verder heb je dan ook weer minder slijmverlies.

Een verhoogd libido

Je kunt een naderende eisprong ook herkennen aan je libido. Rond de ovulatieperiode kan dit wat verhoogd zijn. Dit komt, omdat je hormoonlevels dan stijgen en je lichaam aangeeft dat het klaar is voor een zwangerschap. Hierdoor krijg je dus meer zin in seks.

Ovulatiepijn

Het kan zijn dat je rond je ovulatie een zeurende pijn voelt in je onderbuik. Deze pijn kondigt een naderende eisprong aan. De pijn kan een aantal uren tot een dag aanhouden.

Een stijgende lichaamstemperatuur

Op het moment dat je een eisprong hebt, zakt je lichaamstemperatuur een beetje. Binnen twaalf tot 24 uur na je ovulatie stijgt deze dan weer met 0,2 tot 0,5 graad. Als je tijdens je cyclus je lichaamstemperatuur iedere morgen meet, kun je na een aantal maanden goed zien rond welke periode je je eisprong meestal hebt. Hierbij kun je bij een volgende cyclus weer rekening mee houden. Je weet dan wanneer je vruchtbaar bent en wanneer je dus het beste kunt vrijen.

Een verandering aan de baarmoedermond

Tijdens je onvruchtbare periode is de baarmoedermond gesloten en ligt deze nogal laag. Als je deze aanraakt dan voelt het harder aan. Bij een naderende ovulatie gaat je baarmoedermond weer wat hoger in de vagina liggen en voelt ze wat zachter aan. Op het moment van de eisprong heeft de baarmoedermond een duidelijke opening en is ze zacht. Hierdoor kan het sperma makkelijk de baarmoeder binnenzwemmen. Aangezien de baarmoedermond tijdens deze fase wat hoger in de vagina ligt, is het moeilijker om deze te voelen. Na de eisprong sluit en zakt de baarmoeder weer en wordt hard.

Aan de stand van je baarmoedermond kun je checken of je in je vruchtbare periode zit. Dit kun je doen door één of twee vingers in je vagina in te brengen. Het maakt niet uit hoe je dit doet. Zo kun je bijvoorbeeld één been op de rand van het toilet of een stoel zetten of door je knieën hurken.

Doe een ovulatietest

Een andere methode om vast te stellen of je vruchtbaar bent is door een ovulatietest te doen. Hierdoor kun je al snel je vruchtbare dagen bepalen. Iets dat heel handig is als je een onregelmatige cyclus hebt.

Een ovulatietest checkt of er meer van het luteïniserend hormoon in je urine aanwezig is. Rond je eisprong is er sprake van een LH-piek. Deze piek vindt een tot twee dagen voor je eisprong plaats.

Als je een ovulatietest doet, weet je binnen een aantal minuten of je al in je vruchtbare periode zit. Je weet dan wanneer je het beste met je partner kunt vrijen om zwanger te raken.